Avondschemer
fluistert verwondering
betoverd
door haar kracht
wie
de donkerte van
de
nacht nog niet heeft mogen aanschouwen,
zal
zwijgen en rustig blijven als vanzelfsprekend,
eens
door kilte omarmd zal het niet
afdoen
met een ‘er is niets aan de hand’,
hoe
graag ook gewild. Mijn God, wat zou ik dankbaar zijn
Kaarsjes
verwarmen, brengen lichtpuntjes naar
daar
hoe het mag zijn omdat ‘het’ er is. Ze stralen.
Ik
schrijf mijn gedachten – verdwaasd – hier en nu,
zweef
op mijn wolk waar ik me veilig voel,
dans
op de aarde om hier te zijn
Zacht
sluit ik mijn schrift, na de avondschemer volgt
de
nacht, hoe lang die soms ook duurt,
toch
komt zij weer, dè dag, die zoals altijd, als zeer
welkom
wordt aanvaard.
En
ik? Ik zal zijn als een dansende herinnering
in
verwondering, betovert haast, door Liefde
aangeraakt
en zal dit nooit vergeten.
©
Joyce Snijders-Schipper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten